delhi: vier gezichten

De verhalen die wij hoorden over Delhi gingen over té druk en over té veel luchtverontreiniging. Ik twijfelde daardoor zelfs of ik wel wilde gaan … Nu ben ik blij dat ik er geweest ben, en ik wil ook nog wel een keertje terug. Over de drukte: ja, maar niet overal. Wij ervaarden Delhi ook niet als één stad, maar meer als vier: Old Delhi, Brits Delhi, New Delhi en South Delhi. Hieronder lees je hoe het in verschillende delen was (en waar het wel en niet té druk was). En de luchtverontreiniging: dat viel mee. Op de dag van onze aankomst (in maart 2020) regende het kort en vermoedelijk was er daardoor niet veel luchtverontreiniging.

Old Delhi

In 1648 bouwde sjah Jahan hier zijn stad, Shahjahanabad. Het was een elegante stad, met lanen met bomen en fraaie huizen voor de rijke mensen. Welnu, dit alles is geheel en al verdwenen en overwoekerd door de chaos van Old Delhi anno 2020.

Wij liepen van metrostation Lal Quila over de hoofdstraat Chandi Chowk naar de Fatehpuri moskee. Op deze route kom je langs vele geloven: nl. langs een Jain tempel; langs Sisganj Gurdwara van de Sikhs en langs de moskee Fatehpuri. Wij bezochten Sisganj Gurdwara (waar niet alleen vrouwen maar ook mannen een hoofddoekje op moeten). Vervolgens gingen wij een steegje linksaf in en voordat we het wisten waren we beland in het doolhof van de bazaar. Het ene steegje na het andere en elk straatje heeft zijn eigen product zoals zilver, huwelijkskleding, gereedschappen etc. Veelal zijn het groothandelaren. Heel vreemd eigenlijk, want de aan- en afvoer is een drama hier in deze steegjes. Je ziet overbeladen brommers, kruiwagens en ook dieren. Ze komen bijna niet vooruit, ook niet op de grotere straten van Old Delhi.


In de bazaar raakten wij de weg kwijt. Dat hoort ook zo, want als je je route wilt vasthouden dan kun je niet rondkijken. Wij waren dus opeens heel ver weg van hoofdstraat Chandi Chowk. In Nederland hadden wij gehoord over fietsrickshaws en ons stellig voorgenomen dat wij ons niet door iemand zouden laten fietsen. Maar wederom bleek dat wat je thuis denkt in India opeens niet meer geldt. Wij gingen dus met de fietsrickshaw terug naar de hoofdstaat! De chauffeur was blij met de 100 rupees die hij kreeg.  Twee keer wat hij had gevraagd en wellicht de gehele omzet van die dag! 
Wij gingen nu naar de Fatehpuri moskee die een oase van rust is in de chaos van Old Delhi. Er is een grote binnenplaats, toen wij er waren was daar een schoolklasje met religieuze lessen bezig. Nadat we een tijdje rondgekeken hadden, aten we in een restaurantje dichtbij de moskee. Op de foto zie je ons eten en de rekening. 290 rupees is ongeveer 3,50 euro.

Daarna wilden we terug naar ons hotel. Het was nu nog drukker geworden. Er was geen taxi te bekennen en het metrostation was door de mensenmassa zo goed als onbereikbaar geworden. Tuktuks wilden ons ook niet meenemen …. Uiteindelijk begrepen we waarom niet: ze willen (mogen?) rijden tot New Delhi railway station en niet verder. Daar, op het station, konden we dan een tweede tuktuk nemen. Na een uurtje in een file samen met autobussen, handwagens, ossen enzovoorts waren we ‘thuis’.

Brits Delhi

De Britten dachten dat ze nog heel lang in India zouden blijven en ze bouwden begin 20ste eeuw Rajpath, een soort enorme boulevard met vele gebouwen. In 1931 was het klaar en de Britten konden er tot 1947, het jaar van de onafhankelijkheid, van genieten. Nu is hier het paleis van de Indiase president; de andere gebouwen worden gebruikt door de Indiase overheid. Rajpath is heel indrukwekkend. Er is enorm veel ruimte en dat is in India al helemaal ongebruikelijk. Er zijn brede wegen en ruime grasvelden. De gebouwen zijn allemaal in dezelfde stijl, met donkere stenen onder en lichtere stenen boven. Het is indrukwekkend en mooi, maar ook ietwat buiten de menselijke maat. Rajpath doet me een beetje denken aan het Largo in Sofia, Bulgarije. Beide complexen zijn zo gigantisch dat het wat onmenselijk wordt. Wellicht hebben bepaalde regimes hier een voorkeur voor? Op Rajpath zijn er ook geen straatverkopers en ook geen eetstalletjes. Rommel is er ook niet. Alleen de apen leven hier zoals overal in India, ongestoord buitelen ze over gebouwen en grasvelden.

South Delhi

De welgestelde inwoners van Delhi wonen over het algemeen in South Delhi. Hier zijn de betere buurten met de betere huizen. Ook de metroverbindingen zijn hier goed. Hauz Khas is een bekende naam, maar ook andere zogenaamde colonies liggen hier. Helaas heb ik hier nog niet kunnen rondkijken … Ik denk erover om de volgende keer een hotel te nemen in South Delhi zodat wij het allemaal kunnen bekijken.

Wij bezochten wel de Lotus tempel in South Delhi. Deze Bahai-tempel is relatief nieuw, uit 1986. Het is een indrukwekkend gebouw. Bezoekers mogen in kleine groepen naar binnen en kunnen dan een soort dienst met muziek en korte lezingen bijwonen. ‘Onze’ lezing ging over solidariteit tussen de diverse bevolkingsgroepen, een altijd actueel onderwerp voor India en eigenlijk voor de hele wereld. De tempel heeft een bijzonder akoestiek met heel veel echo en galm. Snel praten is hier geen optie …

Opvallend is dat de tempel en het omliggende terrein schoon zijn en vrij van straatverkopers e.d. En nog opvallender: in deze tempel, in tegensteling tot alle andere door ons bezochte religieuze locaties, vraagt niemand om donaties.

Toen we terugliepen naar het metrostation zagen we een groot en elegant gebouw. Het bleek een wedding hall te zijn en wij mochten wel even binnen rondkijken. We hebben in India heel veel wedding halls gezien, simpele en luxueuze. In India is een huwelijk een meerdaagse gebeurtenis met vaak wel duizend gasten waarvoor enorm veel geld wordt uitgegeven.

New Delhi

New Delhi is het deel van de stad waar ons hotel was en waar wij ‘s-avonds op pad gingen. En ook in dit deel van Delhi: het Sufi-heiligdom Nizamuddin.

Onze keuze qua hotel was Bloom Rooms @ Janpath. Een hotel dat opvalt op door de vele gele kleuraccenten. De kamers zijn niet zo groot, maar het bed, de badkamer en de rest is allemaal comfortabel. Ontbijt is inbegrepen. Bloom Rooms is dichtbij Connaught Place (10 minuten met de tuktuk, 100 rupees). Althans wij betaalden 100 rupees, maar wie weet wat de ‘Indiase’ prijs is. Wij hebben niet hard onderhandeld hierover.

Meteen de eerste avond gingen we naar Connaught Place. Connaught Place is een enorm groot, rond complex van gebouwen. Het is een indrukwekkende plek! Typerend zijn de halfopen gangen met winkels (van superdure wereldmerken tot straatverkoop), kantoren, restaurants en bars. De restaurants en bars zijn veelal op de bovenverdiepingen. Het nadeel daarvan is dat je eerst moet klimmen en dan pas ziet wat het is. Wij bezochten ook een restaurant op straatniveau, ‘The art of dumpling‘. Mooi ingericht, maar je krijgt hier een duur snackje geserveerd in plaats van een volledige maaltijd. De volgende avond gingen we naar ‘My kind of bar‘, op de zoveelste verdieping. ‘Bar’ is echt een te klein woord voor deze plek. Je komt na het beklimmen van de trappen in een andere, fantastische wereld van muziek en kleuren. En natuurlijk van eten en alcoholische drankjes. Ik heb mooie herinneringen aan ‘My kind of bar’. Het restaurantje ‘Rodeo cantina and kitchen‘ beviel ons eveneens goed. Ook hier serveert men alcohol. Er is ook een tourist office op Connaught Place. Dit geen officiële tourist office, maar een commercieel bureautje. En wat voor één …  Er werken hier zeer onaangename mensen die zeer onaangename truckjes toepassen om jou onzeker te maken en je vervolgens geld afhandig te maken. Dus: blijf hier weg!

Een volgende avond gingen wij naar Khan Market. Khan Market is netter en rustiger dan Connaught Place. Er zijn hier veel mooie winkels en goede restaurantjes. Een goede plek dus om een avondje door te brengen.

In New Delhi bezochten wij ook het graf van Nizamuddin. Nizamuddin was een belangrijke geleerde binnen het Sufisme, een stroming binnen de islam. Hij overleed in 1325 en is begraven in Delhi. Hoewel de buurt rondom Nizamuddin Dargah bepaald niet ‘nieuw’ is, met z’n smalle steegjes en rommelige bedrijfjes, valt dit deel van de stad toch onder New Delhi. Bij Nizamuddin Dargah was het heel druk en let wel: niet met toeristen maar met bedevaartgangers. De mannen mogen bij het graf komen en bijna iedereen heeft een schaal met rozenblaadjes gekocht om op het graf te strooien. Vrouwen mogen dus niet in de ruimte van het graf komen. Hierover loopt een rechtszaak waarin nog geen beslissing is gevallen. Op donderdagavond wordt er bij het graf gezongen, een speciale sufizang. Het schijnt heel erg mooi te zijn; het paste echter niet in onze planning.

Wij waren bij Nizamuddin op 1 maart 2020. Later begrepen wij dat we geen dag later hadden moeten komen. Want, hoewel er in maart nog nauwelijks corona was in India, was het er wel juist hier bij Nizamuddin! Er was hier in maart nl. een grote internationale bijeenkomst van islamitische predikers. Blijkbaar waren enkele buitenlandse gasten besmet en die hebben, onbedoeld natuurlijk, een ware explosie van corona veroorzaakt. Ze besmetten andere deelnemers en die besmetten na thuiskomst weer anderen enzovoort. De rechts-nationalistische hindoes hebben natuurlijk hun kans gegrepen en deze gebeurtenis flink aangedikt.

In het boek “India Treasures” van Gary Worthington kan je in het hoofdstuk “The price of nobility” meer lezen over Nizamuddin. Een aanrader!

Lezen over Delhi

Het mooiste Delhi-boek, en één van de origineelste boeken die ik in de laatste maanden heb gelezen, is Necropolis van Avtar Singh. Wat een fraaie taal en wat een fraai verhaal! De schrijver brengt ons een romantische beeld van de stad waar hij blijkbaar veel van houdt. In het verhaal proberen Politieman Dayal en zijn team de misdaad in Delhi te bestrijden. Wij, de lezers, leren al lezend veel over deze stad en haar heel verschillende wijken. En over de mensen die er wonen, arm en rijk. Echt een aanrader!
Meer Delhi-boeken vind je op mijn pagina over Indiase boeken.