Frankrijk is het door Nederlanders meest bezochte vakantieland. Ikzelf ben als kind vaak in Frankrijk geweest, maar als volwassene eigenlijk niet meer. Totdat we nu, in de nazomer van 2020, wel gingen. Deze keuze had met corona te maken.
Kasteel Chenonceaux
Wij wandelen vandaag rondom chateau Chenonceaux. Er zijn hier in de Loirevallei heel veel chateaus, maar er is er maar één dat boven een rivier is gebouwd. En dat kasteel zien wij vandaag opduiken vanachter de bossages langs de rivier Le Cher.
Ik was hier bij kasteel Chenonceaux eerder, maar ik kan me er helemaal niets van herinneren. Het zal in de jaren 70 geweest zijn. Mijn ouders reisden destijds elk jaar met ons, mijn zus, broer en mijzelf in de zomer naar Frankrijk en Spanje.
Avontuur
Deze vakantie, die van coronajaar 2020, is anders en dus een beetje spannend. Alle andere vakanties waren ver weg (recentelijk nog India en Kaapverdië) en nu gaan we met de auto en ook nog zo dichtbij huis … Hoe zou dat zijn?
De reizen van toen waren een avontuur. “Wat moeten jullie al die tijd eten?” En: “Stel dat de kinderen ziek worden?” Dat vroeg bezorgde familie aan mijn ouders. Wij krégen de mazelen en het brood was te wit, maar het was allemaal niet erg. En ik kan me dan wel niet herinneren waar ik precies geweest ben, ik heb er wel veel van geleerd. Namelijk dat ze in andere landen soms (en dus lang niet altijd!) anders zijn en doen dan in Nederland, maar dat je met dat anders heel goed uit de voeten kan.
Onderkomen
Ons tijdelijk onderkomen is een grot in Amboise. Klinkt dat niet goed? Nu, het is héél goed! Er zijn hier in de omgeving veel van dat soort woningen; ze worden troglodyte genoemd. Onze keuken is echt groot; de zitkamer en slaapkamer zijn ook ruim genoeg. We hebben ook nog twee terrasjes bij het huisje. Ik vond dit schatje op Airbnb voor 80 euro per nacht.
Destijds hadden wij een vouwwagen, een soort tent die uit een karretje komt. We gingen dus naar campings. En een heel enkele keer naar een hotel. Ik had een enorme voorkeur voor die hotels. Sterker nog: ik zag mezelf al, als ik groot zou zijn, reizen van hotel naar hotel. In een luxe auto met een chique, mooie man naast me. Of een enorm grote zak met snoep.
Lezen
Tijdens onze reis lees ik “De vrouw die door het vuur ging” van Manda Scott. Een spannend boek over Frankrijk. Het bevat twee verhalen die in elkaar overlopen, één hedendaags en één middeleeuws. Front National, Jeanne d’Arc, het komt er allemaal in voor.
Mijn vader had heel wat ‘Franse’ literatuur. Zola, Françoise Sagan en … een serie boekjes over de Franse koningen. Conflicten, huwelijken, maitresses: daar gingen die boekjes over. Interessante dingen voor een kind! Mijn moeder vond die boekjes niet zo geschikt voor mij; mijn vader deed onderwijl maar net alsof hij niet wist dat ik ze toch las.
Rijden
Vandaag rijden we een kleine 300 kilometer naar het noorden, naar onze volgende locatie. Van verre al zien we het groene dak en de toren van de kathedraal van Chartres boven de weg voor ons opdoemen. We besluiten om in Chartres een stop te maken. Het interieur van de kathedraal is deels stralend wit; deels het grauwe grijs dat je meestal ziet in kerken. Dat komt doordat een deel, maar niet alles, gerenoveerd is. Ik ben meteen fan van kathedralenrenovatie. Het is prachtig, zelfs ik die zoveel bezwaar heeft tegen het katholieke geloof moet dát toegeven.
Mijn ouders reden vaak veel meer dan 300 kilometer per dag. Dat moest natuurlijk ook wel als je helemaal naar Zuid-Spanje wil. Mijn zus Cecilia zat in de linkerhoek van de achterbank, ik in de rechterhoek. Baby Bart zat, vastgegespt op zijn kindertroon, in het midden. Was mijn moeder of mijn vader zo onverstandig om te zeggen: “Als Bart wakker is, dan stoppen we”, dan knepen we hem in zijn beentjes totdat hij wel niet meer kon slapen. Ik bedoel: ik kneep. Sorry!
Eten
In de stad is er altijd wel wat te eten te vinden, maar op het Franse platteland kun je maar beter vooraf een restaurant opzoeken én reserveren. Zo hebben wij tijdens onze reis ontdekt. Mijn man heeft voor vandaag een Frans-Algerijns restaurant uitgekozen. De Algerijnse jongens zijn leuk; de tajine wordt niet uit een tajine geserveerd (zoals ik het ken uit Marokko) maar is zeker heel lekker.
Zo’n vouwwagen als wij destijds hadden heeft een keukentje en mijn moeder is handig, dus wij aten vaak op de camping. We gingen ook wel uit eten, bijvoorbeeld naar dat restaurantje in het dorpje bij de camping bij het kasteel. Mijn ouders hadden het dan maar al te leuk met elkaar. Ze vergaten ons er bijna door. Jaren later zijn ze toch uit elkaar gegaan ….
Meer foto’s van onze reis van 2020 vind je in Van Nouzonville naar Amiens.