Mughals en maharaja´s
Er zijn twee soorten bezienswaardigheden in Rajasthan: die van de Mughals en die van de maharaja’s. Om dit een beetje te kunnen plaatsen heb je een beetje kennis van de geschiedenis nodig. Hieronder vind je de ´basics´.
Tot aan de onafhankelijkheid in 1947 waren er in India vele zogenaamde ‘princely states’ met een maharaja, een soort koning, aan het hoofd. Deze maharaja’s hadden veel macht: zij gingen over de interne aangelegenheden en hun staten hadden eigen wetten, rechtbanken en belastingen. De Britten stuurden een resident naar de princely states, maar hielden verder afstand. Meer over het leven van de maharaja’s en maharani’s kan je lezen in `A princess remembers, the memoirs of the Maharani of Jaipur´. Bekijk mijn recensie van dit boek op mijn pagina India – lezen. Na de onafhankelijkheid verloren de maharaja’s hun positie.
De maharaja’s hadden macht onder de Britse heerschappij, maar ook onder de Mughals. De Mughal emperors kwamen naar Rajasthan zo rond 1500. Zij waren moslims en ze waren sterk beïnvloed door de Perzische cultuur. De officiële taal van de Mughals was ook Perzisch en in Rajasthan hebben veel monumenten dus een Perzische naam. De verhouding tussen de maharaja’s en de Mughals was complex. Er waren conflicten en er was strijd. Maar soms was het ook anders. In Udaipur ontdekten wij dat één van de vroegere maharaja’s van Udaipur zelfs bevriend was met een Mughal prins, de latere emperor Shah Jahan. Het gedenkplaatje zie je hieronder.
Taj Mahal en Agra Fort
Het Taj Mahal ligt in Agra en dat is niet in de staat Rajasthan, maar in Uttar Pradesh. Het is evenwel zo dichtbij dat bij elke rondreis door Rajasthan het Taj Mahal ook wel wordt meegenomen. Wij gingen vanuit Vrindavan (ook in Uttar Pradesh) op en neer naar het Taj Mahal. Dat is heel goed te doen. Het is 75 km, zo’n anderhalf uur rijden. En dan nog wat gedoe met het kopen van een ticket, fouilleren en controleren van de kleine tas die je mag meenemen. Maar dan sta je oog in oog met de Taj Mahal. En het is indrukwekkend. En dat blijft het elke keer dat je opnieuw kijkt. De symmetrie, de verhoudingen en natuurlijk ook de witte kleur maakt de Taj ontroerend mooi. Dat je al veel plaatjes hebt gezien, doet niets aan de echte ervaring af. Vreemd is dat de symmetrie doorbroken wordt bij de graven van Mumtaz Mahal en Sjah Jahan. Haar graf is in het midden; het zijne aan haar ene zijde terwijl het aan haar andere zijde leeg is. Een plek voor haar tweede echtgenoot misschien?
Het Taj Mahal is niet alleen India´s bekendste bezienswaardigheid, het is ook een overblijfsel van de Mughals, moslims dus. Dat is lastig voor hindoe-nationalistische politici. Af en toe staat er dan ook iemand op die hier iets aan probeert te doen. Zo wordt er met enige regelmaat beweerd dat het Taj Mahal eigenlijk een hindoe-tempel was. En dat het huidige gebouw moet worden afgebroken en dat er hier weer een tempel moet komen. In 2018 nog kwam een parlementslid van BJP (de partij van minister-president Modi) hiermee. Een partijgenoot verdedigde het besluit van de overheid van Uttar Pradesh om de Taj Mahal niet op te nemen in een toeristisch boekje. Het argument: het Taj Mahal is geen goed voorbeeld van de Indiase cultuur …
In het boek “India fortunes” van Gary Worthington kan je in het hoofdstuk “The master builder” meer lezen over de bouw van de Taj Mahal. Een aanrader!
Wij kwamen naar Agra voor de Taj Mahal maar onze chauffeur suggereerde om dan ook naar het Agra Fort te gaan. Ik wist daar eigenlijk niets over … Des te groter de verrassing: ook hier is het heel mooi. Het rode fort, de witte gebouwen: prachtig. Veel van de charme komt van de gebogen doorgangen (die vaak ook een doorkijkje zijn). Op de foto zie je welke doorgang en welke vorm ik bedoel. Deze vorm is echt een design uit duizenden!
Het sprookjespaleis van Bundi
Het paleis van Bundi, geplakt tegen de bergwand, kun je zien vanuit een groot deel van de stad. Na een beetje klauteren sta je er in. Wat een gebouw! Het is een soort patchwork van toevoegingen. Een ruïne is het niet maar het is ook helemaal niet onderhouden. En zo symmetrisch als het Taj Mahal is, zo rommelig is dit paleis. Maar het heeft sfeer als geen ander paleis. De miniatuurschilderingen zijn bijzonder mooi (voor zover ze nog behouden zijn). Wij zagen tekeningen van Krishna en de melkmeisjes, van opium rokende royal ladies, van olifantengevechten en nog veel meer. Wat jammer dat de maharadja er niet beter voor gezorgd heeft. Bundi palace maakt nieuwsgierig: we zagen vandaag hun huis, maar we vragen ons nu af hoe de royals er uit zagen, hoe ze leefden en vooral wat hun maatschappelijke invloed was en hun politieke standpunt. We vonden meer uit in Udaipur (en ook door veel te lezen).
In Bundi zagen we redelijk veel toeristen. We zagen bijvoorbeeld deze scene in een restaurantje: meisje ligt met haar hoofd in de schoot van een jongen terwijl twee andere meisjes op één stoel zitten en aan het zoenen zijn. Lange haren voor iedereen, een sigaret en zo weinig mogelijk kleding maken het plaatje compleet.
Bundi is een heel charmant stadje, met veel smalle straatjes en een prachtig meer.
Het was Holi toen wij in Bundi waren. En Holi betekent verf en nog meer verf, en wel voor iedereen. Op de foto’s zie je hoe het er uit zag. De avond voordat we met verf ingesmeerd werden, was er een andere aan Holi gerelateerde festiviteit. Rondom boompjes in de stad werden schilderingen gemaakt en later op de avond werden de boompjes in brand gestoken. Ook waren er die avond toneelstukjes op straat.
Udaipur: de meest romantische stad van India
Udaipur staat bekend als de meest romantische stad van India. En nee, dat is niet bedacht door de voormalige royals die nu hier het toerisme grotendeels in handen hebben. Het was de Britse kolonel James Todd die dit in 1829 opmerkte. Hoe dan ook, Udaipur heeft een fantastisch meer. En goede toeristische voorzieningen. Ons hotel was op het schiereiland Hanuman Ghat. Een leuke plek met veel winkels en restaurantjes. Hier kochten wij ook antibiotica. Lees meer in Negen vooroordelen over India: waar of niet waar?
Bij dat meer, het Lake Pichola, zagen we een Britse man die alles, behalve zijn boxershort, al uit voordat we het in de gaten hadden. Hij sprong in het meer en riep naar zijn vrouw: “Quirky!”. Die vrouw was lang zo verbaasd niet als wij. Waarschijnlijk had zij al meer met hem meegemaakt … Het meer is evenwel helemaal niet zo heel schoon. ‘s-Morgens zijn er altijd wel enkele Indiase mannen die zich hier komen wassen. En vrouwen komen ook, maar dan om kleren te wassen. Maar ikzelf zou hoe dan ook nooit in dit meer springen.
Wij maakten wel een boottocht over het meer, vanaf het City Palace naar Jagmandir Palace. Vanaf het water ervaar je de pracht van Udaipur heel goed. De boot maakt een tour langs onder meer het City Palace, het Taj Lake hotel en Hanuman Ghat. Het Taj Lake hotel, een voormalig paleis, kan je alleen bezoeken als je daar ook slaapt en dat kost honderden euro’s. Bij Jagmandir Palace kan iedereen naar binnen. Het is een fraai eiland-paleis.
Wij bezochten natuurlijk het City Palace (het is één van de belangrijkste bezienswaardigheden van deze stad). Ik zou iedereen aanraden om óók Bagore-ki-haveli te bezoeken. Hier woonde in de 18e eeuw een minister-president en het is relatief klein maar wel heel mooi.
Ik ben jaloers op de royals die in de paleizen van Udaipur mochten wonen! Dat waren maharaja’s en maharani’s van de Mewar royal family en hun aanhang. En nu verdienen zij veel geld door hun goed onderhouden paleizen als hotel en bezienswaardigheid te exploiteren.
Alhoewel, misschien moet ik niet zo jaloers zijn. In het al eerder genoemde `A princess remembers, the memoirs of the Maharani of Jaipur´ lees ik dat m.n. in Udaipur ‘purdah’ heel strikt was. Purdah is dat vrouwen niet gezien mogen worden. Door purdah kwamen vrouwen hun paleis niet uit. En als ze per se ergens heen moesten, dan gingen ze in een gesloten voertuig. Deze vrouwen hadden dus hun eigen stad nog nooit gezien (behalve dan op foto’s). Purdah is naar India gekomen samen met de (islamitische) Mughals.
Corona in Mount Abu
Tot en met maandag waren wij in Udaipur en we merkten niets van corona. Natuurlijk, er werd over gepraat, maar het leven ging verder gewoon door zoals altijd. Nu ja, bij de shopping mall werd onze temperatuur gemeten en bij een festival kregen we desinfecterende handgel.
Op maandag gingen we naar Mount Abu en op dinsdag was opeens alles veranderd. De restaurants waren gesloten, de Jain tempels ook. En niemand was hierop voorbereid. Een stelletje uit Mumbai stond samen met ons bij de gesloten tempels en de vrouw riep “Oh shit” toen ze hoorde dat ze hier voor niets was gekomen. Tot overmaat van ramp riep op straat iemand tegen mij: “Corona!”. Corona was immers door de buitenlandse toeristen naar India gebracht …
Dat deze maatregelen (voorafgaand aan de lockdown die in India inging op 24 maart) ons, en het Indiase stelletje, overvielen was ook wel logisch. India nam immers al in een heel vroeg stadium maatregelen, nl. een lockdown toen er ruim 500 corona-gevallen oftewel 0,37 per miljoen mensen bekend waren. Toen de Nederlandse lockdown inging waren er hier 600 corona-gevallen oftewel 35 per miljoen mensen.
Woensdagochtend moesten wij besluiten dat we maar beter naar huis konden gaan. Lees meer over onze besluitvorming in het artikel ‘Een hutje in Goa, India?’. We bleven nog twee dagen in Mount Abu en ontdekten dat zelfs het natuurgebied waar we wilden gaan wandelen gesloten was.
Jammer, we hebben Mount Abu gezien én niet gezien. We hebben gezien dat Mount Abu gezellig en mooi en schoon is. Het is een hill station en dat geeft meteen een bepaalde sfeer. Het publiek is voornamelijk Indiaas en welgesteld. Veel mensen komen uit de nabijgelegen staat Gujarat. In Gujarat mag je geen alcohol drinken en in Mount Abu wordt dus véél alcohol aangeboden. Ons hotel had een riante bar en die was tegen lunchtijd al open. Ik heb ook gezien dat je in Mount Abu geweldige wandelingen kan maken (en dat kan zelden in India). Maar we konden dus niet wandelen. En niet naar de restaurants. En niet naar de Jain tempels.
Wil je reageren? Mail [email protected].